Cars & Bikes

Waar kun je het best je snelheid checken: de auto of het navigatiesysteem?

Veel automobilisten vragen zich af waar ze het beste hun snelheid kunnen controleren: via de snelheidsmeter van hun auto of via het navigatiesysteem? Beide opties hebben voor- en nadelen, maar er zijn belangrijke verschillen in nauwkeurigheid en betrouwbaarheid die elke bestuurder zou moeten kennen. In dit artikel bespreken we beide systemen en geven we advies over welke optie het meest geschikt is.

De snelheidsmeter van de auto

De snelheidsmeter in je auto is ontworpen om je snelheid te meten op basis van de rotaties van de wielen en andere mechanische systemen. Deze meters zijn over het algemeen betrouwbaar, maar er is een belangrijke kanttekening: ze zijn vaak zo gekalibreerd dat ze een iets hogere snelheid weergeven dan je daadwerkelijk rijdt. Dit komt door wettelijke voorschriften in veel landen die vereisen dat een snelheidsmeter nooit een lagere snelheid mag aangeven dan de werkelijke snelheid, om de bestuurder te beschermen tegen onbewuste snelheidsovertredingen.

Het verschil tussen de werkelijke en weergegeven snelheid kan variëren, maar ligt meestal tussen de 2% en 10%, afhankelijk van factoren zoals bandenslijtage, bandendruk en de exacte kalibratie van de snelheidsmeter. Deze onnauwkeurigheid is meestal geen probleem, omdat het je juist helpt om onbewust te hard rijden te vermijden. Toch betekent dit dat de snelheid die je ziet op je snelheidsmeter niet altijd de exacte snelheid is waarmee je rijdt.

Het navigatiesysteem

Veel moderne auto’s zijn uitgerust met ingebouwde navigatiesystemen die, net als standalone GPS-apparaten of smartphone-apps, je snelheid kunnen meten. Deze systemen gebruiken satellietsignalen om je positie en snelheid te berekenen. In tegenstelling tot de snelheidsmeter in je auto is de snelheid op een GPS-apparaat vaak nauwkeuriger, omdat het niet afhankelijk is van fysieke componenten zoals banden of assen.

GPS-systemen berekenen je snelheid op basis van de tijd die nodig is om tussen verschillende coördinaten te bewegen, wat doorgaans resulteert in een nauwkeurigere weergave. De foutmarge van een GPS-systeem ligt meestal binnen een paar kilometer per uur. Echter, GPS-systemen kunnen minder betrouwbaar zijn in gebieden met slechte ontvangst, zoals tunnels, dichtbebouwde stedelijke gebieden of dichtbeboste omgevingen. Ook kan het even duren voordat de GPS je snelheid correct meet bij het opstarten of na een scherpe bocht.

Conclusie

Voor de beste nauwkeurigheid kun je het beste je snelheid checken via een GPS-navigatiesysteem, mits je in een gebied met goede satellietontvangst rijdt. De snelheidsmeter van je auto is echter altijd een betrouwbaar vangnet, zeker in situaties waar je GPS mogelijk minder nauwkeurig is. Door beide systemen slim te gebruiken, kun je ervoor zorgen dat je altijd op de hoogte bent van je werkelijke snelheid en verkeersboetes kunt voorkomen.