Het voetbal in Nederland biedt het meeste open spel van heel Europa. Dat is de uitkomst van een rapport van het CIES Football Observatory, gebasseerd op cijfers van InStat. In het onderzoek zijn de scoringskansen en de effectieve speeltijd in zesendertig competities uit Europa over de laatste vier jaar onder de loep genomen.
Meeste kansen en hoogste effectieve speeltijd
De mate van openheid van een voetbalwedstrijd wordt voor het grootste gedeelte bepaald door effectieve speeltijd en doelkansen. In de Nederlandse Eredivisie bedraagt de effectieve speeltijd maar liefst 63,5 minuten en zijn er 11,7 kansen per wedstrijd waar te nemen. Hierdoor eindigt de Eredivisie bovenaan de lijst van ‘meest open competities’.
https://www.instagram.com/p/CZ4-9PqtI5p/
Top 10 Europese competities
Naast de Nederlandse Eredivisie gooien de Duitse Bundesliga en de Belgische Pro League ook hoge ogen. In Duitsland is de effectieve speeltijd 61,5 minuten en zijn er 11,9 kansen per wedstrijd. In België gaat het om ongeveer 61 minuten en 11,3 kansen. De Zwitserse Super League, de Italiaanse Serie A, de Noorse Eliteserien, de Zweedse Allsvenskan, de Engelse Premier League, de Oostenrijkse Bundesliga en de Turkse Süper Lig sluiten de top 10 af.
https://www.instagram.com/p/Ca9atEiholx/
Duitsers het meest kansrijk
Gemiddeld krijgen toeschouwers in Europa iets meer dan 10 kansen per wedstrijd te zien. Dit varieert sterk tussen de verschillende competities. In de Duitse Bundesliga zitten de bezoekers met 11,9 kansen per wedstrijd op het puntje van hun stoel, terwijl zowel de Spaanse tweede klasse als de Griekse topklasse 8,7 kansen per wedstrijd te bieden hebben.
https://www.instagram.com/p/Ca9S5GIoMi-/
Zuivere speeltijd
Het blijkt dat wedstrijden tussen professionele teams in Europa ongeveer 59 minuten aan zuivere speeltijd opleveren. Het spel ligt ruim 30 minuten per wedstrijd stil: één derde dus. In Nederland is de hoogste effectieve speeltijd waargenomen. Tsjechië is met iets minder dan 55 minuten hekkensluiter. De onderzoekers concludeerden dat er in het noorden en westen van Europa meer open spelstijl is dan in het zuiden en oosten van het continent.
