Een discussie zo oud als die over het kip en het ei
In het krachthonk wordt vaak gediscussieerd over de beste aanpak voor het kweken van spiermassa. Sommigen zweren bij losse gewichten, terwijl anderen de voorkeur geven aan apparaten. Maar wat zegt de wetenschap hier eigenlijk over?
Hypertrofie en kracht zijn de hoofdrolspelers in deze saga. Hypertrofie, de groei van spierweefsel na training, is waar het allemaal om draait. Een recent onderzoek spitste zich toe op deze spiermatige ontwikkeling en keek naar twee verschillende trainingsmethoden: losse gewichten versus apparaten.
Het onderzoek naar de strijd tussen losse gewichten en machines
Een groep van 38 fitte mannen werden verdeeld in twee kampen. De ene groep werd uitgerust met dumbbells en barbells, terwijl de andere groep zich overgaf aan de, op het eerste oog ietwat gemakkelijkere, fitnessapparaten. Beide groepen werden gedurende acht weken drie keer per week aan de tand gevoeld met vergelijkbare oefeningen, zoals squats, bench presses en overhead presses. De intensiteit van de training werd nauwlettend in de gaten gehouden door Velocity Based Training, een methode die kracht en snelheid tijdens herhalingen analyseert.
Het verlossende antwoord? Beide groepen boekten vergelijkbare vooruitgang in kracht én hypertrofie. Dus, voor degenen die zweren bij de zwaartekracht van losse gewichten, is er geen reden tot paniek als de verleiding van de machines te groot wordt. Het onderzoek heeft geen bewijs gevonden dat trainen met apparaten minder effectief is dan met losse gewichten.
Uiteindelijk is trainen een persoonlijke reis, en wat voor de ene gymbuddy een waar godsgeschenk is, kan voor de andere een ongemakkelijke bedoeling zijn. Maar laten we eerlijk zijn, zolang de spieren branden en de progressie zichtbaar is, maakt het niet uit of je die dumbbell beet houdt of jezelf vastzet in een machine.