De zogenaamde ‘pay-drivers’ vallen niet goed in de smaak bij de F1-fans. Coureurs als Nikita Mazepin en Nicholas Latifi mogen in de Formule 1-auto stappen omdat ze een hele zak geld meenemen, maar vaak helemaal niet zo goed kunnen rijden. Maar deze rijders zijn nog helemaal niet zo erg vergeleken met Jean-Denis Délétraz, de traagste Formule 1-coureur ooit.

Soms heb je van die coureurs die het helemaal niet verdienen om in een Formule 1-auto te rijden. Jean-Denis Délétraz is het grootste voorbeeld daarvan. Hij gaat de boeken in als traagste Formule 1-coureur ooit. Al jaren probeerde hij een stoeltje te verkrijgen in de F1. De coureur heeft namelijk een stinkend rijke vader en een enorm team van sponsoren achter zich. In 1994 mocht hij dan eindelijk een race in de auto van Larrousse rijden. Dat werd een groot fiasco.

Larrousse was destijds absoluut niet één van de beste teams op de grid. Juist precies het tegenovergestelde: Larousse behoorde tot één van de slechtste teams van dat moment. Tijdens de Grand Prix van Australië mocht Délétraz zich in de auto kwalificeren en hij behaalde daarmee de 25e startplaats. Dat was niet eens laatste, dus het zag er tot dan toe nog best goed uit. Maar in de race liet Jean-Denis Délétraz pas echt zien waarom hij de traagste Formule 1-coureur ooit is.

Al snel werd duidelijk dat hij er helemaal niets van kon. Na tien ronden werd de Zwitser al door Michael Schumacher en Damon Hill op één ronde achterstand gezet. Dat betekende dat hij tien seconden langzamer reed per ronde dan de kop, tien seconden! Uiteindelijk viel Jean-Denis Délétraz in ronde 57 uit. Op dat moment reed hij maar liefst tien rondes achter de nummer 1. Hij was dus al tien keer ingehaald door de eerste plek, terwijl hij helemaal achteraan reed.

Alhoewel Jean-Denis Délétraz op zijn zachtst gezegd niet zo’n goede indruk maakte tijdens zijn eerste Grand Prix, mocht hij het een jaar later nog een keer proberen. Tijdens de Grand Prix van Portugal stapte hij in de auto van het noodlijdende Pacific. Voor dit team waren de sponsorinkomsten zeer welkom. Ze wilden dan ook best een poging wagen met de traagste Formule 1-coureur ooit.

Het werd weer in lachertje. Tijdens de trainingen liet hij de motor afslaan in een hairpin. Dus niet tijdens een proefstart of pitstopoefening, maar gewoon tijdens het rijden van een bocht. Jean-Denis Délétraz reed zo langzaam door de bocht dat de motor gewoon afsloeg, een unicum. Hij kwalificeerde zich met een tijd van 1.32.769. Dat was meer dan twaalf seconden langzamer dan de nummer 1 David Coulthard, die een tijd van 1.20.537 neerzette.

Ook in de race ging het hem niet veel beter af. Na drie rondjes reed hij al op veertig seconden achterstand en na zeven laps moest hij al aan de kant voor koploper Coulthard. Zeven ronden later maakte hij een eind aan zijn lijdensweg. Jean-Denis Délétraz stapte uit de auto met ‘kramp in zijn arm’. Maar dit was niet zijn laatste wanvertoning in de koningsklasse. De traagste Formule 1-coureur mocht het namelijk nog eens proberen.

Op de Nürburgring beleefde Jean-Denis Délétraz zijn beste F1-weekend ooit. In de kwalificatie was hij ‘slechts’ negen seconden langzamer dan de pole-rijder en hij finishte op ‘maar’ zeven rondes van de winnaar. Wel als laatste natuurlijk. Tot overmaat van ramp liep hij achter met zijn betalingen aan Pacific. Hierdoor gooide het raceteam de pay-driver uit hun team. Ze hebben in ieder geval wel kunnen zeggen dat ze de traagste Formule 1-coureur aller tijden onder contract hebben gehad, al is dat niet iets om trots op te zijn.