Inkomen van Kamerleden
Op 22 november mag Nederland ging Nederland massaal naar de stembus. En het volk heeft gesproken: de PVV van Geert Wilders kwam als grote winnaar uit de bus. Al is de partij niet de enige winnaar. Feitelijk zijn alle Kamerleden winnaars, kijkend naar het salaris van een Kamerlid dan.
Gemiddelde salaris van een Kamerlid
Een veelgestelde vraag is hoeveel Kamerleden eigenlijk verdienen. Het salaris van een ‘gewoon’ Kamerlid van de Tweede Kamer bedraagt per 1 januari 2023 ruim 124 duizend euro op jaarbasis. Dit bedrag is inclusief vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. De voorzitter krijgt een extra toelage, gelijk aan 34 procent van de schadeloosstelling op jaarbasis, bovenop de normale vergoeding. Inclusief vakantiegeld en een eindejaarsuitkering ontvangt de voorzitter per 1 januari 2023 op jaarbasis een bedrag van ruim 160 duizend euro. De toelage mag in totaal niet meer dan 11,5 procent van de schadeloosstelling op jaarbasis bedragen.
Neveninkomsten
Tweede Kamerleden kunnen voor hun reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer kiezen tussen: een OV-jaarkaart voor eerste-klasreizen, compensatie van de reiskosten voor woon-werkverkeer en Tweede Kamerleden ontvangen ook een vergoeding voor reiskosten buiten het woon-werkverkeer.
Ook “gepensioneerde” Kamerleden boeren niet slecht: De wachtgelduitkering bedraagt 80 procent van de schadeloosstelling in het eerste jaar. Er zijn twee uitzonderingen: Tweede Kamerleden die minder dan drie maanden Kamerlid zijn geweest, hebben recht op wachtgeld voor de duur van zes maanden
Historische ontwikkeling
De Grondwet van 1815 bepaalde dat Kamerleden alleen een verblijfs- en reiskostenvergoeding kregen, oftewel een `schadeloosstelling’, van respectievelijk f 2500,- per jaar en f 1,50 per gereisd uur. Naarmate het Kamerlidmaatschap meer een hoofdfunctie werd, ontstond er discussie over de vraag of ook de vergoeding verhoogd zou moeten worden. Veelgehoord was de stelling dat Kamerleden door instelling van een hogere vergoeding zouden verworden tot beroepspolitici, die niets anders zouden doen dan politiek bedrijven om de politiek in plaats van het behartigen van algemene belangen. De aard en hoogte van deze vergoedingen zou niet langer in de Grondwet maar per bij door de leden van de Staten-Generaal zelf vastgestelde wet bepaald worden. De wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer van 1968 zorgde voor een sterke verhoging. In 1990 werd de schadeloosstelling voor Tweede Kamerleden gekoppeld aan een ambtelijke salarisschaal zoals vastgesteld in de wet bezoldiging rijksambtenaren van 1984. De huidige vergoeding voor Tweede Kamerleden geschied op basis van de wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer uit 1990.