De afgelopen dagen heeft het bergingsteam aan boord inspecties uitgevoerd, nadat het autotransportschip donderdag vanuit de Noordzee naar de Eemshaven werd gesleept. Het uitgebrande schip ligt nu aan de kade.
“Wij zijn momenteel de enigen die het schip van de Onderzoeksraad van de Veiligheid mogen betreden”, vertelt Boskalis-topman Peter Berdowksi aan De Telegraaf. “Wat we al eerder vaststelden is dat de auto’s in de onderste vier dekken in goede staat lijken. De bovenste dekken zijn grotendeels te riskant om te betreden. Die zijn deels ingestort en liggen vol met uitgebrande autowrakken.”

Het besluit om het bergingsteam als enigen aan boord toe te laten, is in overleg met de Panamese autoriteiten genomen, onder wiens vlag het schip voer. Uiteindelijk zullen zij ook de oorzaak van de brand moeten vaststellen.

Autofabrikanten van de aan boord staande auto’s hebben eveneens inspecteurs gestuurd. “We moeten nu een plan maken om de Volkswagens, BMW’s, Porsches en Mercedessen die nog kunnen rijden van boord te krijgen”, vervolgt Boskalis-topman Peter Berdowksi. “Dat gaat om circa duizend auto’s, waarvan de helft elektrisch. Dat moet heel voorzichtig gebeuren, want we willen niet dat er nu nog schade ontstaat. We zijn daarvoor in overleg met de fabrikanten, want dit is ook voor ons onontgonnen terrein. We willen uiteraard niet dat er weer brand ontstaat.”

Opmerkelijk is dat de helft van de auto’s in goede staat elektrisch is. Deze zijn gespaard gebleven van de brand, terwijl vermoed wordt dat de brand aan boord van het rampschip begon in een elektrische auto. De brand heeft dus geen schade aangericht aan de onderste dekken. In totaal bevonden zich bijna vierduizend auto’s aan boord.