Voor de beginnende kijker is de instapdrempel vrij hoog bij Formule 1. De complexe wetenschap van de snelste raceklasse ter wereld komt met de nodige regels, nuances en termen. Verwarring ligt op de loer, zelfs voor de geoefende kijker en soms ook de commentator. Want hoe zie je nou eigenlijk wie er voorbijschiet in die blitse Formule 1-racebolides? Met onze tips over welke auto van een coureur is, wordt het straks een stuk duidelijker!

Tegenwoordig de grootste indicator. Het racenummer op de zijkant van de auto is in recente jaren juist voor betere zichtbaarheid uitvergroot. Handig, vooral als je weet naar welk nummer je moet zoeken dan. Hier kun je spieken. Voor de coureurs waar het dit seizoen vooral om te doen is hebben wij een ezelsbruggetje: allen rijden met een dubbel getal, namelijk een ‘33’ voor Max Verstappen, Hamilton rijdt altijd met ‘44’, terwijl zijn teamgenoot Valtteri Bottas nummer ’77’ draagt. En tenslotte kun je de Mexicaan Sergio Perez spotten met ‘11’ als ‘rugnummer’.

Iets minder voor de hand liggende aanwijzing, maar ook leidend: de helm waarmee gereden wordt. Zodra de camera schakelt naar first-person, zie je het nummer op de zijkant immers niet.
De helm is één van de weinige dingen waar ruimte is voor creatieve expressie van de rijder. Zo heeft iedere coureur een unieke creatie. Uiteraard zal je daarop geheid de sponsoren terugzien, maar er zijn weinig verplichtingen aan kleurkeuze of lay-out.

Ook in dit geval moet je voorhand weten waarnaar je kijkt. Als je een beetje fan bent van een coureur en hem volgt op de socials, dan zul je redelijkerwijs op de hoogte zijn van diens helmdesigns. In het geval van Max Verstappen herkennen is dat vrij gemakkelijk: zo ongeveer elk raceweekend draagt hij een helm met oranje als één van de basiskleuren.

Een nog makkelijkere manier van herkennen dan de helm? Aan de kleur van de camera bovenop de auto zijn coureurs in een team ook te onderscheiden; deze camera is dan zwart of geel.

Mocht je toch zoekende zijn als de camera naar een gevecht overschakelt tussen nader te noemen individuelen: kijk dan wie ervoor en/of erachter rijdt. Aan de hand van de rangorde die links zichtbaar is, kun je vaak heel veel opmaken daardoor. Let daarbij eveneens op iemands baanpositie of bijvoorbeeld de kleur van de banden en je komt dan een eind.

Tenslotte rust nog één referentiepunt. Niet de makkelijkste of handigste, maar eveneens geldig. Het geoefende oog spot allicht een coureur aan de hand van een onderdeel dat verschilt van zijn teamgenoot. Dat verschil moet er wel zijn uiteraard! In vele gevallen zie je het aan de grootte van de achtervleugel: iemand die topsnelheid inruilt voor betere wegligging rijdt dan met een iets grotere achtervleugel rond. Een keuze die bij de kwalificatie al duidelijk is, coureurs mogen vanwege ‘Parc Fermé’ (letterlijk vertaalt: gesloten park) na de kwalificatie geen grote setup-veranderingen doen. De auto’s worden letterlijk apart gezet en in beslag genomen door de FIA tot aan de opwarmrondes voor race.

Iets wijzer? Het is niet altijd goed te zien, maar gaandeweg wordt het makkelijker om in Formule 1 te zien van welke coureur een auto is. En hoe meer je weet, des te leuker het kijken is! Wat Formule 1 kijken óók leuk maakt…? Dit staaltje geavanceerde technologie bijvoorbeeld.