De beschuldigingen hebben betrekking op afspraken over matchfixing met Vitória de Setúbal, waarbij Benfica naar verluidt Benfica de tegenstander heeft omgekocht om de wedstrijd expres te verliezen. De aanklacht, ingediend door het Openbaar Ministerie, stelt dat Benfica zich schuldig maakte aan actieve corruptie door financiële voordelen te verschaffen in ruil voor het opzettelijk verliezen van wedstrijden door Vitória de Setúbal. In de aanklacht wordt beweerd dat €1,3 miljoen werd betaald aan Vitória via transfers en verhuur van spelers om gunstige resultaten veilig te stellen. Toenmalig Benfica-president Vieira, die 18 jaar president was tot zijn arrestatie in 2021 wegens niet-gerelateerde fraudezaken, wordt ervan beschuldigd spelersdeals te hebben georkestreerd om beide clubs financieel te bevoordelen.

voormalig juridisch Gonçalves heeft de beschuldigingen als “surreëel” en zonder juridische basis bestempeld, en benadrukt dat geen van de vermeende handelingen crimineel gedrag vormt. Hij verklaarde dat zijn werk voor Benfica, van 2007 tot 2018, altijd met loyaliteit en in overeenstemming met de wet werd uitgevoerd.

Ook Benfica heeft de beschuldigingen ontkend en beweert dat eventuele misstappen betrekking hebben op voormalige functionarissen en niet op de club zelf. In het geval van een veroordeling heeft de aanklager verzocht om een vijfjarig verbod voor Vieira op het bekleden van sportfuncties en uitsluiting van Benfica uit competities. De club heeft verklaard dat zij zich krachtig zal verdedigen tegen wat zij beschouwt als “ongegronde beschuldigingen” en herhaalde haar vastberadenheid om haar onschuld te bewijzen.

Benfica en zijn voormalige leiders worden onderzocht wegens vermeende corruptie en belastingfraude tussen 2016 en 2019, met mogelijke straffen die de club kunnen uitsluiten van competities zoals de Champions League, waar Benfica het binnenkort tegen Feyenoord opneemt.