Als je regelmatig in de auto zit kun je ze moeiteloos opnoemen: de ergernissen op de weg. De bumperklevers staan ongetwijfeld op de eerste plaats, gevolgd door het hinderlijk rijden op de linkerbaan. Af en toe kun je maar moeilijk de gedachte onderdrukken dat je te maken hebt weggebruikers die zich niet bewust zijn van hun rijgedrag. Betekent dit dat het allemaal ego’s zijn die achter het stuur kruipen of is er meer aan de hand?
Is rijden zo moeilijk?
Een goede rijinstructeur zal het zijn leerlingen altijd inprenten: ga ervan uit de jezelf de enige bent die auto kan rijden. Met die gedachte in je achterhoofd ben je namelijk altijd alert op de fouten die een ander kan maken op de (snel)weg. Dat idee is geen overbodige luxe: we zien dagelijks voorbeelden van hoe het niet moet op de Nederlandse wegen. Van bumperklevers tot automobilisten voor wie de maximumsnelheid slechts een suggestie is. Wie dagelijks op de weg zit ergert zich wat af.
De grootste ergernissen in het verkeer
Ondertussen is het een goede gewoonte geworden om jaarlijks een lijstje te publiceren met de grootste ergernissen in het verkeer. Alle mogelijke irritaties komen er in voor, de één nog erger dan de ander. Dit jaar is er een nieuwe nummer één: het telefoneren tijdens het autorijden is de allergrootste ergernis. Telefoneren wordt gevolgd door de traditionele irritaties als bumperkleven, onnodig links rijden, te hard rijden en het weggooien van afval op plekken waar het niet hoort.
Jij zelf doet niets fout, reed iedereen maar zoals jij. Ha, dat dacht je misschien. We willen het misschien niet toegeven, maar toch veroorzaken we zelf minstens zoveel irritaties. Wanneer een ander iets doet wat afwijkt van jouw beeld van goed rijgedrag vervloeken we die persoon, wanneer wij zelf een identieke fout maken lijkt ons brein er een logische verklaring voor te hebben. Je kon nu eenmaal even niet anders dan die linkerbaan aanhouden. Toch? Vaak besef je dus zelf niet wat je fout doet en hoe dit op een medeweggebruiker overkomt. Je ziet immers niet de gevolgen van je eigen handelen. Ergernissen en irritaties zijn dus erg subjectief.
Verkeerd gedrag is aangeleerd
Juist omdat ergernissen in het verkeer nogal subjectief zijn, kunnen we stellen dat we geen van allen perfecte bestuurders zijn. De reden hiervoor is dat we de neiging hebben om zelf de regels te interpreteren op een manier die ons welgevallig is. Met andere woorden, we zijn geneigd te kiezen voor de makkelijke weg. Dat is een gewoonte die er in de loop der jaren in is geslopen. Net zoals je hebt geleerd dat je het stuur met twee handen vast moet houden, doen we het vaak juist niet. ‘Zo gebruiken veel mensen hun knipperlicht verkeerd’, aldus Brookhuis. ‘Ze geven geen richting aan bij het voorsorteren, maar pas als ze al klaar staan in het goede vak. Dan heb je er niet veel meer aan. En als ze naar rechts gaan, laten ze het licht vaak helemaal achterwege.’ Ook bij verkeerslichten zijn we laks. ‘Als het licht op oranje springt, is dat een teken dat je moet remmen als dat nog kan. Maar veel mensen denken: ik kan er net nog doorheen. Sommigen geven zelfs extra gas.’
Dus, zit je vanavond weer vast in de spits en vervloek je die Fiat Panda voor je die zijn knipper niet gebruikt? Haal tien keer adem en besef je: de auto achter jou heeft over jou waarschijnlijk ook nog wel een woordje of twee te spreken.