Je ziet het vaak in films: criminelen die een verborgen lade of vak inbouwen in hun auto. Hierin kunnen ze dan wapens, drugs of grote stapels geld in verstoppen. In de echte wereld gebeurt dat ook heel vaak. Politiekorpsen hebben nu zelfs drie auto’s vrijgegeven die geliefd zijn bij criminelen om verborgen ruimtes in te bouwen.
Het inbouwen van verborgen ruimtes moet strafbaar worden
Politiekorpsen dringen bij het ministerie van Justitie en Veiligheid aan om het inbouwen van verborgen ruimtes in auto’s strafbaar te maken. In deze moeilijk te vinden ruimtes verstoppen criminelen namelijk vaak verboden middelen en zwart geld. Tot op heden is dit niet strafbaar, maar volgens verschillende politiekorpsen in Nederland moet daar heel snel verandering in komen.
Steeds meer auto’s met ‘geheime’ ruimtes ontdekt
Wanneer de politie een verborgen ruimte ontdekt in de auto, wordt deze bolide ingenomen. Zo zijn er in 2019 maar liefst 340 auto’s met verborgen ruimtes ingenomen tijdens grootschalige controles. Dat is een verdubbeling van het jaar ervoor. De cijfers van 2020 zijn nog niet bekend, maar volgens de politie zet deze stijging door. Autogarages mogen tot nu toe op verzoek verborgen ruimtes inbouwen, maar dit moet volgens politiekorpsen ook strafbaar worden gemaakt.
De 3 populairste auto’s voor verborgen ruimtes
Tijdens het onderzoek benaderde ‘Het Onderzoeksbureau’ undercover een dergelijk ‘inbouwbedrijf’. Deze vertelde dat de Kia Picanto, de Renault Clio en de Volkswagen Golf 7 het meest in trek zijn voor het laten inbouwen van verborgen ruimtes. Garages bouwen deze vaak in bij de achterbank, het dashboard of het middenconsole. Om de verborgen ruimte te openen wordt er vaak een magneet gebruikt, of moet er een bepaalde combinatie van knoppen ingedrukt. De autogarages verdienen er ook nog eens flink geld mee. De prijslijst voor het inbouwen van deze ruimtes begint namelijk bij 3000 euro.
Eén ding is in elk geval zeker: de bolides van criminelen kunnen voor geen geld tippen aan de nieuwe gepantserde wagen van de politie.
