Jon Olsson heeft een autocollectie waar je ‘u’ tegen zegt. Het is geen gewone autocollectie. Jon Olsson houdt er namelijk van om zijn auto’s te pimpen. In zijn nieuwe video laat de oud pro-skiër zijn nieuwste auto zien: een Rolls-Royce Phantom EWB Mansory. En die is te bruut voor woorden

Jon Olsson trakteert zichzelf op brute auto

John Olsson koopt aan de lopende band nieuwe supercars. Zo reed de oud-skër eerder in een gecamoufleerde Rolls-Royce Wraith, met de bijnaam ‘George’. Aangezien Olsson samen met zijn vrouw Janni Deler een kind kreeg, was het tijd voor iets eleganter, maar van saai is geen sprake. De Zweed kocht vorig jaar een Rolls-Royce Phantom EWB, maar dankzij de tuners van DTMobility heeft de wagen nog extra ‘spice’ gekregen.

Rolls-Royce Phantom EWB Mansory

In zijn nieuwe video vertelt Jon Olsson dat de auto al zo’n twee maanden bij de douane stond. Dit kwam volgens hem omdat hij een tijdje terug vanuit Monaco is verhuisd naar Cyprus en de papieren nog niet op orde had en gedoe had met de belastingdienst. Na een tijdje wachten kunnen we nu eindelijk zien wat voor werk DTMobility heeft geleverd. Zij voorzagen de Rolls-Royce van limited-edition velgen, carbon fiber details, een two-tone kleurdeling, details zoals de Spirit of Ecstasy en een volledig zwart interieur. Dat was nog lang niet alles. De tuners hebben ook de luchtvering verlaagd, een custom dashboard gebouwd en de motor levert nu maar liefst 800 pk.

Niet de eerste getunede wagen in zijn garage

Dit is niet de eerste auto van Jon die DTMobility onder handen nam. DTMobility is een Nederlands Bedrijf, die gespecialiseerd is in aanpassingen & motorische upgrades en is de tuner voor alles omtrent premium auto’s. Dit is hetzelfde bedrijf dat eerder zijn Rolls-Royce Wraith en Mercedes G500 4×4 (tot drie keer toe) onder handen namen. Daarnaast zorgden de tuners van Nederlandse bodem in 2018 voor maar liefst 1000pk op zijn Audi RS6 Avant (C7). Meer weten over de nieuwe auto van Jon Olsson? Bekijk dan zijn nieuwe video:

Beeld: DTMobility & Coffee Break Media.