Onderdeel zijn van een groot gezin kan leuk zijn, met de nadruk op kán. Als jij de jongste thuis bent, kan dit namelijk voor de nodige vervelende óf juist leuke aspecten zorgen. Dit zijn 8 herkenbare dingen voor het jongste kind.
8 herkenbare dingen die het jongste kind maar al te goed herinnert
Ben jij enig kind, de middelste of juist de oudste? Dan is dit artikel niet voor jou. Deze herkenbare dingen zijn namelijk alleen van toepassing op het jongste kind. Tegelijkertijd kan het fijn zijn om te zien wat jouw jonge broertje of zusje heeft meegemaakt. Sommige punten zijn namelijk extra leuk, anderen juist iets minder.
1. Je bent de geboren verliezer
Je kan nog zo goed zijn voor je leeftijd in sport of spelletjes, toch legde je het vaak af tegen je broers en zussen. Logisch, want een stoeiwedstrijd winnen van je broer die vijf jaar ouder is, blijft toch echt lastig. En een potje hardlopen tegen je zus die twee keer zulke lange benen heeft? Ook niet ideaal. Zelfs met bordspellen moest je het ontgelden en gingen zij er in Monopoly met de duurste straten vandoor.
2. Tweedehands kleding
Tweedehands kleding: sommige mensen gaan er bewust naar op zoek, maar één van de herkenbare dingen voor het jongste kind is toch wel dat je altijd die afdankertjes kreeg. Jouw stijl werd dus eigenlijk indirect bepaald door die van je oudere broers. Niet altijd even leuk dus.
3. Een freepass dankzij je oudere siblings
Die oudere broers en zussen kunnen ook goed van pas komen. Vooral wanneer zij zelf de nodige regels overtreden en ze daarom voor jou worden versoepeld. Denk bijvoorbeeld aan later naar bed mogen, vaker uit mogen en later thuis komen. Wat dat betreft is het dan weer erg chill om de jongste te zijn. Je kunt je de jaloerse blikken vast nog wel herinneren toen jij een mobiele telefoon kreeg terwijl je jaren jonger was dan dat zij er een mochten.
4. Je hebt kunnen leren van de fouten van je oudere broers/zussen
Fouten zijn er om van te leren. Eén van de herkenbare dingen voor het jongste kind is dan ook het feit dat jij kan leren van de fouten die je oudere broers en zussen maken. Niet alleen leer je hoe dom een fout kan zijn, je ziet ook meteen even de gevolgen er van. Zo weet je zelf wel beter, als je in een soortgelijke situatie terecht komt.
5. Je hebt al jong oudere vrienden omdat je optrok met die van je siblings
Hoe ouder je wordt, hoe meer je zult merken dat je vrienden en vriendinnen krijgt waarvan sommige een paar jaar ouder zijn en sommige een paar jaar jonger. Die grens van leeftijd is voor het eerst vervaagd toen je optrok met de vrienden van je broers en zussen. Zo kan jij je goed redden met mensen van verschillende leeftijden.
6. In de auto zat je altijd in het midden op weg naar vakantie
Misschien wel de nummer één onder de meest herkenbare dingen voor het jongste kind: de auto. En dan beter gezegd de positie waar jij moest zitten. Dat was namelijk altijd in het midden, tussen je broers en zussen in gepropt. Met een beetje pech op een verhoogde zitting (ook opklapbaar als armsteun). Echt leuk, kamperen in Zuid Frankrijk…
7. Je hebt altijd raadgevers bij de hand
Zit je een keer echt ergens mee, dan kun je altijd aankloppen bij je oudere broers en zussen. Vaak zijn zij de missende factor tussen je vrienden en je ouders. Je wil niet perse bij je ouders aankomen met een probleem, maar bij je vrienden kom je er niet uit. Zie daar de grote broers en zussen. We schreven eerder al over de redenen waarom je broer je beste vriend is en dat is onder andere door het goeie advies.
8. Je kreeg vroeger nooit de schuld
Wel zo lekker: je oudere broers of zussen hadden het vast en zeker gedaan. Jij kon de eeuwige onschuld blijven spelen en maakte daar maar al te goed gebruik van. En terecht.
