Heel oud schip gevonden op de bodem van de zee: ‘Ongelooflijk!’
Ingenieurs die op zoek waren naar aardgas vonden iets heel bijzonders: een schip dat 3.300 jaar geleden naar de bodem van de zee zonk. Het schip is heel ver van de kust gevonden, wat laat zien hoe knap de oude zeelieden al waren. Israëlische archeologen onderzoeken de oude kruiken die een onderwaterrobot omhoog heeft gehaald. Wat bijzonder is aan deze plek in de Middellandse Zee, is dat de oude zeelieden meestal dicht bij de kust bleven. Zo konden ze de weg niet kwijtraken en snel weer aan land komen als er iets misging.
Ingenieurs van een energiebedrijf, Energean, verkenden de oceaanbodem met een robotonderzeeër en vonden het schip 90 kilometer voor de kust van Israël. Rond het schip liggen honderden kruiken, die half in de modder begraven zijn. Met een slimme, zogeheten ‘schepnet-techniek’ haalden de onderzoekers een paar kruiken naar boven, allemaal met behulp van een robotduikboot. Het schip ligt namelijk op een diepte van 1,8 kilometer, waar de druk zo hoog is dat mensen er niet kunnen duiken.
Piraten
Het wrak en de lading zijn nog grotendeels heel en hebben de tijd goed doorstaan. Archeologen denken dat het schip zonk tijdens een storm of na een aanval van piraten. ‘Ik heb de beelden van de onderwateroperatie gezien,’ zegt archeoloog Yftinus van Popta van de Rijksuniversiteit Groningen tegen De Volkskrant. ‘Het ziet er fantastisch uit, hoe je zo’n kruik van de bodem haalt in een soort melkachtige wolk van modder. Een verrassende vondst.’
Het houten schip is ongeveer 12 bij 14 meter groot en zonk in de late bronstijd, rond de dertiende eeuw voor Christus. Van Popta zegt: ‘Bij ons gebruikten we toen nog uitgeholde boomstammen om te varen, terwijl de schepen in het Midden-Oosten al veel beter waren. Bij ons begon de echte zeevaart pas in de late middeleeuwen met de Hanze, ontdekkingsreizen en de VOC.’
Nieuwe manieren van navigeren
De Israëlische archeologische dienst IAA denkt dat deze vondst laat zien dat zeelieden op de Middellandse Zee 3.300 jaar geleden al nieuwe manieren van navigeren gebruikten. Vroeger zorgden vissers en handelaren ervoor dat ze de kust altijd konden zien om op koers te blijven. Deze nieuwe vondst, 90 kilometer van de kust, suggereert volgens de IAA dat zeelieden in de late bronstijd waarschijnlijk al op de zon en de sterren konden navigeren.
Maar Van Popta vindt die bewering te ver gaan. ‘Misschien scheurden de zeilen wel, raakte het schip op drift en was het helemaal niet de bedoeling om zo ver van de kust te geraken. Meer onderzoek aan het schip kan duidelijk maken hoe goed ze konden navigeren, misschien door het vinden van instrumenten aan boord.’