Als je de woeste haka’s van de All Blacks, je uitbarstingen tijdens het chronische falen op Fifa of de oppeppende merg- en been brekende kreten in de kleedkamer van je lokale sportvereniging op de som neemt zou je stellen dat de extase van woede een belangrijke boost vormt voor sportprestaties. De grotere, betere en succesvollere sporters op aarde kunnen dit vaak ook alleen maar beamen.
Zo werkt het voor sommige atleten heel goed om het ongelijk van de kritische toeschouwer te bewijzen, elk klein beetje negativiteit voedt de pure motivatie om beter te worden en de prestatie te verbeteren. Maar terwijl professionele atleten zich op de top van hun vakgebied bevinden, betekent het niet dat alles wat ze doen, de moeite waard is om na te streven in onze zoektocht naar succes. Discipline? Ja. Workout schema? Kan zijn. Boze wrok? Nee.
Woedeprestaties
Zelfs bij atleten is de relatie tussen woede en prestatie onduidelijk. Zo bleek in een studie (2011) naar atleten die op hoog niveau karate beoefenden dat woede sommigen van hen in bepaalde situaties heeft geholpen – door hen meer energie te geven. In andere gevallen werden ze zelf slachtoffer omdat ze ondoeltreffend hun energie gebruikten. Verder moeten de meeste mensen (niet-atleten) nog voorzichtiger zijn met woede. Zelfs als het bijdraagt aan lichamelijke activiteiten, kan het mentale eronder lijden.
Psycholoog Roger S. Gil legt aan Lifehacker voor dat het kanaliseren van woede behoorlijk effectief kan zijn omdat de adrenaline-impulsen ons fysieke handelen boosten. De versnelde hartslag zorgt ervoor dat er meer zuurstof naar de spieren gaat, waardoor deze beter werken en minder snel verzuren. Hoewel adrenaline een positieve werking kan hebben op ons concentratievermogen is het echter van groot belang dat we rekening houden met de mate waarop we beroep doen op ons denken – omdat onze gedachten vertroebeld kunnen raken door de boosheid, waardoor wij zodanig geen weloverwogen beslissingen meer kunnen maken. Terwijl woede niet altijd een slecht ding is, is het duidelijk dat we voorzichtig moeten zijn in wanneer en hoe we het gebruiken .
Wrok
En dan hebben we het alleen nog over woede. Wrok is nog van een heel ander niveautje – hierbij staat wrok voor een aanhoudende boosheid als gevolg van een waargenomen minachting over een langere periode. Er is aangetoond dat een wrok hebben zeer schadelijk kan zijn voor productiviteit en gezondheid. Denk bijvoorbeeld aan een al langer lopende rivaliteit of de wekelijkse akkefietjes met een minder getalenteerde teamgenoot.
TalentSmart oprichter Travis Bradberry merkt op dat de focus op gebeurtenissen die je in het verleden boos hebben gemaakt “negatieve emoties en stress creëren en verlengen, waardoor prestaties worden belemmerd.” Door een wrok te houden, kunnen de aanvankelijke gevoelens van woede gaan etteren, wat uiteindelijk leidt tot wrok en gedachten van wraak. Al deze negatieve emoties kunnen de ervaring van geluk blokkeren. Een verhoogd stressniveau als gevolg van frequente adrenalinepieken worden in verband gebracht met een verslechterd immuunsysteem en een verhoogde kans op ontstekingen.
In plaats van een wrok te houden, kenmerkt een betere aanpak zich in een vorm van rust, liefde of vergeving – tot vergeving aan toe. Er is dan ook aangetoond dat deze denkwijze stress vermindert en de mentale- en lichamelijke gezondheid aanzienlijk verbetert. Regelmatige training is de key tot een gezonde hormoonhuishouding en het intoom houden van stress en spanning, het zorgt er voor dat je gewend raakt aan bepaalde handelingen en situaties.
Afsluitend kan het dus erg verleidelijk, of zelfs oppeppend zijn om kracht te putten uit woede en wraak, maar de realiteit leert ons dat je hier waarschijnlijk alleen maar jezelf pijn mee doet. Begrijp ons niet verkeerd – het is nogal lastig om je boosheid de baas te blijven, dus voorkom dat eeuwige getier en het onbewust afvuren van speekselvlokken.